Op dit eerste detail zien we de frontzijde van de cilinder. Middenop prijkt de naamplaat van de fabrikant. Uit de archieven is niet bekend, wie de machine heeft gebouwd. Wellicht kan de foto ons wijzer maken? Welnu, het is een dunne plaat, die met vier schroeven (op elke hoek een) op de cilinder is bevestigd. Je krijgt de indruk dat het een geëmailleerde plaat is, geen gegoten. Er staan drie regels tekst op. Ze zijn (gezien het perspectief) niet te lezen. Ik ben er echter van overtuigd, dat er staat:
De bouwwijze van de machine komt namelijk sterk overeen met die van soortgelijke machines die door Machinefabriek "Breda", v/h Backer en Rueb, tussen 1890 en 1900 werden gefabriceerd. Er bestaan echter alleen overzichten van "Breda"-machines die na 1910 zijn afgeleverd en dus kan ik de aanname niet verifiëren.
De VS (verse stoom) toevoerleiding loopt van uiterst rechts boven naar het midden van de foto. Hij is geïsoleerd met kurkschalen (op de rechte pijpgedeelten). De schalen zijn met gegalvaniseerd ijzeren banden om de leiding geklemd. Dit lijkt niet oorspronkelijk (contemporain met de machine); waarschijnlijk is deze isolatie ooit vernieuwd.
In de bochten is de VS leiding omwikkeld met linnen of jute stroken. De stroken zijn ombonden met touw. Primitief en ook weinig effectief. Kennelijk vond men het bij het plaatsen van de kurkschalen niet nodig, de bochten professioneel af te (laten) werken.
Dit alles wijst er op, dat de herisolatie in eigen beheer is uitgevoerd, waarschijnlijk in een periode dat er weinig geld voor beschikbaar was (Crisistijd?).
Overigens werd ook de AS (afgewerkte stoom) leiding naar de fabriek alleen met textielstroken omwikkeld. Grondige isolatie is hier natuurlijk ook minder belangrijk.
De VS leiding mondt met een 90° bocht uit in een gecombineerd klephuis bovenop de schuifkast. In dit klephuis zijn de hoofdstoomafsluiter en de door de regulateur gestuurde smoorklep opgenomen.
De regulateur is riem-gedreven vanaf de hoofdas, met een vertraging van circa 1:2. Dit duidt op een toerental van de stoommachine van 80-100 omwentelingen per minuut. Dat klopt ook wel met de algemene indruk van de bouwwijze. Bepaald geen snelloper.
De regulateur, type Hartung (gesloten, met belasting door horizontale veren), smoort de VS voor het intreden in de schuifkast. De haakse tandwielen van de regulateur-aandrijving liggen in een gesloten gietijzeren huis en lopen in een oliebad. Je ziet links tegen dit huis nog een oliepeilglaasje. Een degelijke constructie.
De hoofdstoomafsluiter wijst naar de muur. Je ziet het handwiel nog juist achter het drijfriempje van de regulateur uitpiepen. Het VS-handwiel is daarmee tamelijk slecht toegankelijk, maar ja ... de machine werd i.v.m. het ruimtebeslag natuurlijk zo dicht mogelijk tegen de muur geplaatst.
In de VS leiding is, juist voor de hoofdafsluiter, een spuikraantje opgenomen. Dit moest vóór het starten worden geopend om (eventuele) condens uit de VS leiding af te spuien. Deed je dat niet, dan liep je een grote kans de machine te vernielen door waterslag. Condens is nu eenmaal niet zo samendrukbaar als stoom.
De schuifkast is diep. Dat hoeft ons niet te verbazen, want de machine is voorzien van een Meijer instelbare expansieregeling. Hierbij is op de normale bakschuif een tweede schuif geplaatst, de zogenaamde rugschuif. De rugschuif kan met een handwiel aan de achterzijde van de schuifkast (hier onzichtbaar) worden versteld. Zo zijn diverse vullingsgraden instelbaar, naar gelang de gemiddelde belasting van de machine. In een periode van hogere belasting stelt de machinist de vullingsgraad hoger in; in tijden van lagere belasting verlaagt hij de vullingsgraad weer.
Dit systeem speelt niet automatisch in op snelle wisselingen in de belasting. De rugschuif is immers niet gekoppeld aan de regulateur. Stel nu dat in de fabriek enkele machines worden afgeschakeld, zodat de machine lichter wordt belast. De machinist draait dan de rugschuif een weinig terug. Stel dat hij de nieuwe waarde wat te hoog kiest. De machine zou steeds sneller gaan draaien ("onder je handen weglopen").
Dat wordt echter voorkomen door de regulateur, die de VS verder smoort. Geen gevaar dus, maar wél een lager rendement, want vermogensregeling door smoren is verspillend. Het samenspel tussen instelling van de rugschuif en regulateur vraagt zodoende nogal wat vakkennis van de machinist.
De rugschuif van een Meijer instelbare expansieregeling heeft, net als de bak- of grondschuif waarover hij loopt, een excentriek op de hoofdas. Er zijn dus twee excentrieken op de hoofdas nodig. We zien ze hier, net rechts van de krukschijf. Het linker excentriek beweegt de bakschuif, het rechter de rugschuif. Net naast het buitenste excentriek zien we het riempje waarmee de regulateur wordt aangedreven. Dit loopt niet op een riemschijfje, maar direct op de (dikke) hoofdas van de machine.