In de herfst van 1933 kreeg de FK-46 zijn luchtdoop. Een open tweepersoons dubbeldekker les- en sportvliegtuig. Het eerste prototype werd in hout gebouwd en kreeg een Cirrus Hermes motor van 115 pk. Het tweede prototype was in technisch opzicht een geheel ander toestel. De romp had nu een staalbuizen-frame. Als de afnemer dat wilde, kon de open cockpit vervangen worden door een lang schuifbaar plexiglazen dak. Ook werd de Cirrus motor vervangen door een Gipsy Major, die 130 pk kon leveren.
In 1934 werd deze verbeterde versie aangeboden aan de Nationale Luchtvaart School (N.L.S.), welke er meteen vier kocht. De Koolhoven FK-46 muntte uit door comfortabel vlieggedrag. Het toestel was dus uiterst geschikt als eerste lestoestel. Vanwege dit dociel gedrag kreeg de FK-46 van piloten al snel de bijnaam "Koe" of "Koebeest".
Ook de LVA was geïnteresseerd en kocht er één, maar een vervolgorder bleef uit. Uiteindelijk koos men daar voor de Fokker S-9 en de Bückers Jüngmann. De FK-46 van de LVA werd na verloop van tijd weer verkocht aan Koolhoven, die het toestel opnieuw verkocht, nu aan de Zuid-Sumatra Vliegclub in Indië.
Jaar |
1932/1933 |
Van de Koolhoven FK-47 is slechts één exemplaar gebouwd, naar de wensen van de opdrachtgever. Het was een fraai gelijnde kist, zonder spectaculaire prestaties. De allereerste vlucht (naar de Dolomieten) moest afgebroken worden wegens motorproblemen. Hetzelfde probleem deed zich in 1936 nog een keer voor. De piloot maakte een noodlanding en kwam daarbij terecht in het door Hitler bezette Rijnland. Na een streng verhoor werden hij en zijn passagier onder militaire bewaking het land uitgezet. Het toestel werd gelukkig enige dagen later vrijgegeven.
Jaar |
1933 |