Tweemotorig passagiersvliegtuig, werd in opdracht van de KLM gebouwd en kon 6 tot 8 passagiers vervoeren. Het vliegtuig deed aanvankelijk dienst op binnenlandse lijnen. Op 24 mei 1934 maakte Koolhoven's vaste invlieger Schmidt Crans de eerste vlucht in het prototype, dat een maand later de registratie PH-AJX kreeg en afgeleverd werd aan de KLM. Hier kreeg het toestel de bijnaam "Ajax". Tot 1936 werd het gebruikt op de lijn Rotterdam-Eindhoven. Hierna werd het gebruikt om rondvluchten mee te maken en als lestoestel. Het werd op 10 mei 1940 vernietigd.
Jaar |
1934 |
Tweemotorige hoogdekker. Er werden er in totaal zeven gebouwd: drie voor de Nederlandse LVA, één voor de Turkse, één voor de Hongaarse en twee voor de Finse. Het toestel is speciaal ontworpen als fotoverkenner, met een donkere kamer in het ruim. De kist kon natuurlijk ook gebruikt worden voor kartografie, en verder als vliegende ambulance, parachutistentrainer en transportvliegtuig.
Het enige Nederlandse toestel dat werkeljk in dienst is gekomen kreeg de registratie 950. Het werd in 1935 in gebruik genomen. Het overleefde de meidagen van 1940, maar werd tijdens de oorlog gesloopt door de Duitsers. De andere twee Nederlandse toestellen zijn nooit afgebouwd. Ze werden vernietigd bij het bombardement op Waalhaven op 10 mei 1940.
Turkije bestelde een gewijzigde versie, die FK-49A genoemd werd. Het toestel kreeg een bredere, langere neus, een vergrote staarteenheid, en twee Hirth inverted-V motoren, die de Gipsy Majors vervingen. Kort na aflevering in 1938 ging het toestel verloren nadat een motor vlam vatte op grote hoogte. Het toestel stortte neer, waarbij de bemanning omkwam.
Het type dat Finland bestelde had eveneens Hirth inverted-V motoren. Het toestel kreeg drijvers, die naar behoefte vervangen konden worden door wielen. Tijdens het invliegen (in 1939) droeg het eerste toestel de registratie 1001. Het werd via Zweden naar Finland gebracht, maar door moeilijkheden met de Hirth motoren is het daar amper gebruikt. In 1948 is het uiteindelijk gesloopt. Het tweede toestel is nooit geleverd.
Jaar |
1935 |
Een 2-motorige hoogdekker voor 8 passagiers, met opvallend hoge romp. Werd in de winter van 1934 op 1935 ontworpen voor de Zwitserse maatschappij Alpar, die in 1935 2 toestellen bestelde.
In 1937 verongelukte één toestel tijdens een nachtvlucht. Er werd bij Koolhoven een nieuw toestel besteld, ter vervanging van het verloren gegane. Deze vervanger had sterkere motoren en kreeg een dubbele staart. Hij staat bekend als de FK-50A. Zowel de FK-50 als de FK-50A voldeden prima. Ze bleven vele jaren in dienst, de FK-50A zelfs tot 1962!
Jaar |
1935/1937 |
Er werd ook een militaire versie gepland, de FK-50B, met een bemanning van 4 en een toegestane bommenlast van 1000 kg. Deze is nooit in uitvoering genomen.
Militaire dubbeldekker trainer c.q, verkenner met twee open, achter elkaar geplaatste cockpits. Een conventioneel ontwerp, robuust, makkelijk hanteerbaar, betrouwbaar en succesvol. Het toestel werd ontworpen naar specificaties van de LVA. Het eerste prototype vloog in mei 1935. In totaal zijn 142 stuks gemaakt.
Na vergelijkende tests met de Britse AVRO Tutor, ging de LVA over tot aanschaf van een eerste serie van 10 stuks FK-51. Er volgde een bestelling van 15 stuks, en nog een van 29 stuks. De laatste groep zou gebruikt worden als lichte verkenner. Begin mei 1940 waren er hiervan nog 16 in dienst. De meeste van deze toestellen overleefden de meidagen niet. Sommige werden vernietigd door luchtaanvallen, andere werden door eigen personeel vernietigd. Enkele toestellen wisten Cherbourg te bereiken, waar het vliegend personeel ze achterliet om naar Engeland te kunnen ontkomen.
Ook de Nederlandse MLD was geïnteresseerd in de FK-51 en kocht 17 stuks, die alle verloren gingen in de meidagen.
Verder bestelde de LA-KNIL 60 stuks FK-51, waarvan er 45 vóór het uitbreken van de oorlog afgeleverd konden worden. Daarvan vlogen er in 1941 nog 33. De in 1942 overgebleven toestellen (ongeveer 20) streden een wanhopige strijd tegen de Japanners als verkenners. Veel toestellen werden neergeschoten, andere werden op de grond vernietigd.
Het was een goed en makkelijk te besturen vliegtuig. Het onderhoud was echter moeilijk, sommige besturingsorganen konden nauwelijks bereikt worden. Bovendien was de constructie van de ondervleugel ongelukkig. Deze bestond uit twee losse helften die afzonderlijk aan de romp bevestigd waren. Er ontstond makkelijk wringing in de vleugel. Vermoedelijk zijn hierdoor op z'n minst twee toestellen neergestort. Veel van de al geleverde toestellen werden teruggezonden naar Koolhoven, om de constructie aan te passen. Dit leverde vertraging op bij de bouw van verdere toestellen en trouwens ook bij de opleiding van piloten.
Jaar |
1935/1936 |
Spanje bestelde 40 toestellen voor de Fuerzas Aéreas de la República Española. Van de bestelde 40 werden er 28 afgeleverd. Een klein deel hiervan overleefde de Burgeroorlog, en ook de Tweede Wereldoorlog.
Een tweepersoons dubbeldekker met gesloten cockpit, die tot de bovenvleugel reikte, en een modern landingsgestel met Koolhoven stijlen. Het prototype vloog voor het eerst in februari 1937. Koolhoven zag dit model als een opvolger voor de Fokker C-5. Tijdens een demonstratie voor de LVA liep de zaak echter grondig mis. Na een grandioze acrobatiekvlucht stortte het toestel volledig onverwacht neer, waarbij de piloot omkwam. De LVA beval een onderzoek, waaruit naar voren kwam dat de FK-52 dezelfde problemen had met de ondervleugel als de FK-51. Tijdens de demonstratievlucht waren de vleugels zo ver verwrongen, dat er een afbrak. De LVA dacht niet aan bestellen voor het probleem verholpen was. Het duurde tot 1938 voor het verbeterde toestel klaar was. Dit werd opnieuw voor de LVA gedemonstreerd, maar een directe order kwam er niet. Desondanks ging Koolhoven over tot productie van het toestel. Zo kwam het dat er lange tijd 5 onverkochte FK-52's op Koolhoven's terrein stonden.
Tijdens de koortsachtige zoektocht naar bruikbare toestellen voor de LVA, eind 1939, werden er 36 FK-52 besteld. Ze zouden dienen als vervanger van de Fokker C-10, die op zijn beurt weer de Fokker C-5 zou vervangen. Een deel van de 36 zou als jachtbommenwerper gebruikt worden. Door het uitbreken van de oorlog is deze serie nooit gebouwd.
Jaar |
1937/1938 |
Toen in november 1939 de Winteroorlog tussen Finland en Rusland uitbrak, kocht een Zweedse graaf, Carl Gustav von Rosen twee FK-52's, om ze te doneren aan de Finnen. Met de registraties KO-129 en 130 vlogen deze via Zweden naar Finland, waar ze regelmatig in aktie kwamen tegen de Russen. Tijdens de in juni 1941 uitgebroken Vervolgoorlog kwamen ze weer in aktie. Tijdens een missie werd de 129 neergeschoten door de Russen. In 1943 ging de 130 verloren tijdens duikproeven.
Van de FK-53, een licht sportvliegtuig, zijn er twee gebouwd. Het ontwerp was van J. van Hattum, die het maakte tijdens zijn vakantie in Engeland. In 1935 trad hij in dienst bij Koolhoven - in Augustus 1936 maakte de FK-53 zijn eerste vlucht. De Nationale Luchtvaart School nam in 1937 een eerste toestel af, in 1938 gevolgd door een tweede. Beide exemplaren gingen in mei 1940 op Waalhaven verloren. De FK-53 was het eerste Koolhoven toestel met de zogenaamde "inverted gull wing".
Jaar |
1936/1937 |
De Koolhoven FK-54 was een licht sportvliegtuig; het eerste Koolhoven toestel met een intrekbaar landingsgestel. In ingetrokken positie werden de wielen geborgen in ruimtes onder het passagierscompartiment. Dit systeem leverde nogal wat problemen op en door de inmiddels op gang gekomen stroom militaire orders heeft Koolhoven nooit tijd gehad om het ontwerp te verfijnen. Het prototype verdween naar een hoekje van de fabriek, waar het op 10 mei 1940 vernietigd werd.
Jaar |
1938 |
Een eenpersoons enkeldekker jager van opvallend ontwerp. De motor lag achter de piloot, in het hart van de romp. De machine was voorzien van twee tegen elkaar indraaiende schroeven, die door verlengde schroefassen werden aangedreven. Om de zaak verder te compliceren, was er ook een boordkanon voorzien, dat door de holle schroefas vuurde .... De machine zou met een intrekbaar onderstel worden uitgerust.
Werd (als mock-up) met succes geïntroduceerd op de Parijse Luchtvaartsalon in 1936, maar bij de verdere uitwerking van het ontwerp liep Koolhoven tegen onoverkomelijke problemen aan. Door de ver naar achter geplaatste motor lag het zwaartepunt ongunstig. De vleugel lag zo hoog in de romp, dat het intrekbare onderstel in de praktijk niet realiseerbaar bleek. Uiteindelijk werd besloten, een vast onderstel te monteren, waardoor de performance flink afnam. De innovatieve motorplaatsing en het tweeschroefs-mechanisme bleken zwaarder uit te vallen dan gedacht.
Het toestel heeft maar één keer gevlogen. Op 30 juni 1938 steeg testpiloot Thomas Coppers op - wendde direct het roer en landde, met de wind in de rug. Koolhoven snelde naar het toestel om de piloot te vragen wat er aan de hand was. Er volgde een korte maar heftige woordenwisseling. We weten niet, wat er is gezegd .... maar het toestel vloog nooit meer.
Jaar |
1937/1938 |
Voor de opleiding van vliegers, waarnemers en schutters was de LVA op zoek naar een modern lesvliegtuig. Eind 1937 kreeg Koolhoven de eisen voorgelegd. Februari 1938 al maakte het prototype de eerste vlucht. Dit had een laag geplaatste, opgeknikte vleugel, een vast onderstel en een geheel overdekte cockpit. De romp was opvallend lang, om plaats te bieden voor een waarnemer. De motor was een Wright Whirlwind.
Een tweede prototype week aanzienlijk van het eerste af door een rechte, hoger geplaatste vleugel en een modernere en verder naar voren geplaatste cockpit die slechts gedeeltelijk gesloten was: de waarnemer zat in de open lucht. Bovendien was het landingsgestel intrekbaar in grote gondels onder de vleugels.
Het uiteindelijke model, waarvan de LVA er 20 bestelde, had een verder verbeterd landingsgestel, dat volledig in de vleugel intrekbaar was. Ook de FK-56 kende technische problemen. Tijdens de laatste afnamevlucht brak de vleugel van het eerste toestel voor de LVA. Het vleugelontwerp werd uiteraard herzien. Op 10 mei had de LVA 10 van de bestelde 20 toestellen ontvangen. Niet eentje daarvan heeft werkelijk gevlogen.
Jaar |
1938 |
Koolhoven noteerde verder in 1938 een bestelling voor twintig stuks FK-56 van de Belgische luchtmacht (Aéronautique Militaire Belge) voor de École de Pilotage Avancé. Op deze toestellen werd een Armstrong Siddeley Cheetah motor gebruikt. Er traden echter aanzienlijke moeilijkheden op bij de levering van de motoren. Zo konden de eerste 7 exemplaren pas kort voor mei 1940 worden afgeleverd. Ook deze toestellen hebben nooit operationeel gevlogen. De overige zijn nooit gebouwd, omdat de fabriek aan de Waalhaven inmiddels in puin lag.
De Koolhoven FK-57 was een zogenaamd tourisme-vliegtuig. Het was een tweemotorige 4-persoons middendekker, met Gipsy Six series II motoren van 205 pk elk, die waren voorzien van constant speed propellers. Het vliegtuig werd ontworpen voor een particulier, directeur Kok van de Shell. Het had de registratie PH-KOK.
De PH-KOK vloog voor het eerst op 20 juni 1938. Op 22 september van dat jaar vertrok het toestel vanaf Ypenburg naar Indië. Na meer dan 7000 km keerde men op de 24e vanaf Karachi terug, vanwege de toenemende politieke spanningen in Europa. Op 28 september landde het toestel weer op Ypenburg. Tot 1940 werd het toestel verder alleen gebruikt voor korte vluchten binnen Europa.
De FK-57 had een vast landingsgestel. Koolhoven bood overigens ook een militaire versie aan, met intrekbaar landingsgestel. Hij verwachtte dat deze uitvoering het toestel zeer geschikt maakte voor de voor training van piloten op meermotorige vliegtuigen. Die training had toen nog plaats op de inmiddels wel antiek te noemen Fokker F-7b/3m. Maar aangezien voor dit doel net 5 stuks Focke-Wulf 58 Weihe waren geleverd, kwam hier niets van terecht.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd de PH-KOK door de LVA gevorderd. Het toestel kreeg de code 978. Het overleefde de meidagen van 1940 niet.
Jaar |
1938 |
Tijdens de wapenwedloop eind jaren 1930 verzocht de Franse regering Koolhoven een licht en modern jachtvliegtuig te ontwikkelen. De FK-58 werd in recordtijd ontwikkeld, en twee maanden na het voltooien van het ontwerp was het prototype al gebouwd. Op 17 juli 1938 werd het toestel voor het eerst gevlogen door testpiloot Coppers. Het prototype werd vervolgens in Frankrijk uitvoerig getest en in november werd het getoond op de Luchtvaartsalon te Parijs. Na afloop zou het toestel terugvliegen naar Nederland. Door motorstoring moest het een noodlanding maken bij Gent, waarbij het verloren ging.
Er werd op dat moment al gewerkt aan een tweede prototype; tevens werden al voorbereidselen getroffen om de serie-productie op te starten. Terecht, in januari 1939 plaatste Frankrijk een order voor 50 toestellen. Ook de LVA toonde nu belangstelling voor de FK-58 - net voor het uitbreken van de oorlog werden 36 toestellen besteld. Deze zouden uitgerust moeten worden met reserve motoren van de Fokker D-21 en Fokker G-1. Hiermee zou het toestel overigens duidelijk minder kunnen presteren.
Koolhoven kon al dit werk onmogelijk zelf aan, zodat 10 van de Franse toestellen werden uitbesteed aan het Belgische Sabca. Nadat in totaal 17 toestellen gebouwd waren, konden de Fransen geen instrumenten meer aanleveren, waarna men besloot om de gehele productie te verplaatsen naar het Franse Nevers. Hier werden nog eens vier toestellen gebouwd, waarvan er slechts één daadwerkelijk werd afgeleverd.
De 10 bij Sabca uitbestede toestellen werden vernietigd op 10 mei, en Koolhoven heeft de rest van de Nederlandse order nooit kunnen afbouwen, aangezien de fabriek in as lag. Het tweede gebouwde prototype (de PH-AVA) werd bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog door de LVA gevorderd. Het toestel kreeg de code 1002. Het werd al in de eerste oorlogsdagen neergeschoten. De werkelijk afgeleverde Franse toestellen (18 in totaal) hebben nauwelijks gevlogen tijdens de strijd tegen de Luftwaffe, en zijn alle gesloopt na de oorlog.
Jaar |
1939 |
De FK-59 werd ontworpen voor de Portugese marineluchtvaartdienst als (torpedo) bommenwerper. Het ontwerp was klaar in 1937. Er werd een mockup van het toestel gebouwd, maar de Portugezen kozen uiteindelijk voor een Heinkel ontwerp.