Ik vond een mooi boekje: Praktische wenken voor praktische staalverbruikers, uitgegeven omstreeks 1920 door een bekende Nederlandse staalimporteur, Van Eyle & Ruygers, Rotterdam (leveranciers van staal en gereedschappen).
Het boekje specificeert de verschillende ontlaattemperaturen van (eenvoudige) koolstof gereedschapstalen. Verder biedt het een interessante kleurenkaart die het effect toont van de verschillende ontlaattemperaturen op de oppervlaktekleur van gepolijst-en-getemperd staal. De kaart geeft een aantal toepassingsgebieden. Elk stuk gereedschap uit koolstofstaal heeft zijn eigen optimale ontlaattemperatuur en dus aanloopkleur. De kleurenkaart was van groot nut voor de praktische staalgebruiker (zoals Van Eyle & Ruygers zelf al opmerken).
In onze tijd van high-tech carbiden en kobalt-verrijkte high-speed stalen worden de nederige koolstof-gereedschapstalen (met zeg 0,4-1,6% C en weinig anders op het gebied van legeringselementen) niet meer commercieel gebruikt in de gereedschapmakerij. Toch kunnen ze heel effectief en gemakkelijk gehard worden (verhitten - afschrikken - ontlaten) voor allerlei intensief gebruik. Ze zijn nog altijd nuttig, met name in een "low-tech"-omgeving.
Dus koolstof-gereedschapstaal is aantrekkelijk. Goed getemperd vertoont het net die combinatie van hardheid en taaiheid die het werk vereist. Laag ontlaten resulteert in heel hard staal; hoger ontlaten geeft taaier maar minder hard staal.
Dit is niet alles. Harden en ontlaten van een stuk gepolijst koolstof-gereedschapstaal geeft het een ongeëvenaarde kleur. Het blauwen van wapens is een eeuwenoude kunst.