Eind 1991 maakten de Nederlandse Spoorwegen de vernieuwingsplannen met betrekking tot station 's-Hertogenbosch wereldkundig. Die plannen hielden gedeeltelijke sloop in van de bijzondere vloeiijzeren perronoverkappingen. Deze kappen waren destijds nog onbeschermd en dus vogelvrij.
Dit was voor mij aanleiding, om een complete technisch-historische documentatie en evaluatie van de perronoverkappingen op te stellen. Vervolgens werd er ook een uitgebreide fotodocumentatie gemaakt. Daarna heeft een studente van de Technische Universiteit in Delft, Carla Scheffer, samen met mij uitgebreid de technische behoudsaspecten onderzocht. Al dit materiaal, voorzien van een passend juridisch kader, heeft gediend om een verzoek tot plaatsing op de Rijksmonumentenlijst te onderbouwen.
In 1995 werd ministerieel besloten dat de perronoverkappingen inderdaad de Rijksmonument-status waard waren. En zo staan ze daar nu nog, in Den Bosch.
Overigens zijn ze in 1996-1998 geheel gerenoveerd. Dat was uit het oogpunt van behoud ook hard nodig. Uiteraard is er toen veel aangepast. De aanpassingen zijn uitgebreid besproken en liefdevol uitgevoerd. Met één item van de aanpassingen ben ik nooit gelukkig geweest. De oude loopbrug met daarboven het seinhuis waren weliswaar latere toevoegingen aan het geheel (1926), maar wel zeer karakteristiek. Ze zijn opgeofferd om een brede stationspasserelle te kunnen trekken - dwars door het mooiste gedeelte van de oorspronkelijke perronoverkapping. Dat deed - en doet - pijn.
De Bossche Encyclopedie verzamelt een grote hoeveelheid informatie over de perronoverkappingen, inclusief verwijzingen naar vele interessante artikelen betreffende de restauratie.