De firma LeBlond Ltd bouwde al vanaf de jaren 1920 fraaie en slimme draaibanken. Daarnaast fabriceerden zij ook de LeBlond "tool and cutter grinder", N°s 1 en 2. Dit waren universele gereedschapslijpbanken, waarop allerlei metaalbwerkingsgereedschappen konden worden geslepen: boren, vingerfrezen, mantelfrezen, kopfrezen, ruimers, draai- en schaafbeitels. Voor de LeBlond slijpmachines was een heel arsenaal aan hulpstukken te verkrijgen, bedoeld om verschillende vormen van gereedschappen goed op te spannen.
Het eerste wat opvalt is de zwaarte van de machine. Alles is extreem degelijk en soliede uitgevoerd. Dat is logisch, want (gereedschap) slijpen vergt een hoge nauwkeurigheid en stabiliteit en GEEN trillingen.
Het tweede wat opvalt: alles kan worden ingesteld. De tafel waarop de opspangereedschappen worden bevestigd, kan langs drie assen worden bewogen en (in beperkte mate) rond één as worden gedraaid. De bewegingen langs x- en y-as kunnen met de hand zowel langzaam als snel worden gegeven. De slijpkop staat op een zuil en ook hier zijn verschillende instelmogelijkheden. Het is met recht een universeelmachine.
Het derde wat opvalt is de aandrijving van de slijpkop met een vlak canvas riempje. Dat lijkt op het eerste gezicht misschien ouderwets, maar er is een goede reden voor. Op deze wijze kan de aandrijfmotor zijn trillingen niet overbrengen op de slijpspindel c.q. de slijpschijf. En dat is gewenst om maximale kwaliteit van de geslepen snijkanten te kunnen behalen.
Het vierde, tenslotte, dat opvalt, is dat er geen beschermkap om de slijpschijf is gemonteerd. Dat is niet acceptabel. Gelukkig werden er bij de machine wel degelijk (twee) kappen geleverd. Deze zijn volledig instelbaar. Dat is ook wel nodig, want er werden allerlei types, vormen en afmetingen slijpschijven gebruikt. Welke steen precies gebruikt moest worden, werd bepaald door (1) de geometrie van het te slijpen gereedschap en (2) door de soort van het gereedschapmateriaal (gehard koolstofstaal, snelstaal, hardmetaal).
Samen met de machine kreeg ik een grote houten kist met "oud ijzer". Deze zat vol met verrassingen. Hij bevatte een ruime keuze aan opspangereedschappen die bij de machine horen. Ze dienen om allerlei gereedschappen goed op te kunnen spannen voor het slijpen.
Twee losse koppen met vaste centers. De centers hebben een cilindrische schacht. Ze worden in spanbussen ingespannen en zijn dus zeer zuiver en reproduceerbaar gepositioneerd. Het center van de achterste losse kop kan een klein stukje worden teruggetrokken om het te slijpen gereedschap tussen de centers te kunnen plaatsen, zonder de kop van de machinetafel los te moeten maken.
Twee inzetcenters. Het bovenste is een kort vol center; het onderste is een lang half center. Dit is bij de kop gedeeltelijk weggenomen, zodat de slijpsteen heel dicht bij het hart kan komen. Dit is noodzakelijk om een kopvlak te kunnen slijpen.
Vaste bril ter ondersteuning van lange slanke werkstukken. Deze zouden, wanneer ze tussen de centers worden opgespannen, in het midden makkelijk wat uitbuigen tijdens het slijpen. Dan klopt de diameter niet meer. De bril voorkomt dit. Hij is horizontaal gedeeld om het werkstuk makkelijk te kunnen inspannen en uitnemen. De drie kussens zijn afzonderlijk instelbaar.
Binnenslijpapparaat voor het slijpen van nauwe boringen. Voor dit werk kunnen slechts heel kleine steentjes worden gebruikt. Deze worden op de naar rechts uitstekende spil gemonteerd. De spil heeft een redelijk overstek, hetgeen nodig is om voldoende diep in de boring te kunnen komen. Het toerental moet hoog zijn om tenminste nog enige snijsnelheid te verkrijgen. De spil is stijf gelagerd in kogellagers en wordt met een afzonderlijk riempje aangedreven.
Borenslijpapparaat voor het nauwkeurig slijpen van spiraalboren. De boor wordt in de V-groef gelegd en aangedrukt met de plaat met het slobgat. De boorhouder kan in hoogte worden versteld om boren van verschillende diameters te kunnen slijpen. Aan de linkerzijde van het apparaat steekt de achteraanslag uit. Deze kan worden versteld naar gelang de lengte en diameter van de te scherpen boor. De boorhouder kan tenslotte met een draaiknop om een horizontale as worden verdraaid. De wormaandrijving maakt een nauwkeurig instellen van de tophoek van de boor mogelijk.
Hulpstuk voor het slijpen van meertandige frezen en ruimers. De frees wordt gecentreerd opgespannen op de verticale pen aan de rechterzijde van het apparaat. De beweegbare arm eveneens aan de rechterzijde dient in neergeklapte toestand als aanslag voor de te slijpen tand. In omhooggeklapte toestand kun je de frees een tandje verdraaien. De door een veer aangespannen verstelbare pal-arm aan de linkerkant dient als aanslag voor fijn vertande gereedschappen zoals ruimers.
Verticale spanbus voor het verticaal opspannen van gereedschap met een cilindrische schacht.
Horizontale spanbus voor het horizontaal opspannen van gereedschap met een cilindrische schacht. De spanbus heeft aan de onderzijde een ingedraaide kamer, zodat hij nauwkeurig kan draaien rond een verticale as die de hartlijn haaks snijdt.
Vermoedelijk zelfgebouwd hulpstuk voor het slijpen van draaibeitels. Dit is in feite een ondersteboven geplaatste kleine slede met zwaluwstaartgeleiding. De onderhelft wordt op de machinetafel vastgezet. Op de bovenhelft span je één of twee beitels onder de ronde kikkerplaat. Met de naar links uitstekende arm wordt de slede over een kleine afstand heen en weer bewogen, zodat de beitels langs de slijpsteen worden gehaald. Het instellen van de beitelhoek gebeurt op het oog.
Eenvoudige leunspaan voor het uit de vrije hand slijpen van bijvoorbeeld houtbeitels en -gutsen (holle beitels).
Houder voor één of twee beschermkappen rond de slijpsteen resp. slijpstenen. De houder wordt vastgezet met twee T-bouten in de sleuven aan de voorzijde van de kop van de slijpbank.
Drie beschermkappen voor slijpstenen. De twee rechtse (eenzijdig open) kappen zijn origineel, in gietijzer. De linkse (dubbelzijdig gesloten) kap is zelfgemaakt uit staalplaat.