Een efficiënt en vlot C-frame excenterpersje. Aangedreven door een 2 pk elektromotor, maakt het ongeveer 400 slagen per minuut. Natuurlijk is enkelslags beweging eveneens mogelijk. De pers loopt zolang het pedaal (onder de plaatijzeren kap) ingetrapt blijft.
Raskin excenterpers
Deze machine biedt een uitmuntend voorbeeld van hoogwaardige gietkunst, met z'n complexe dubbele C-frame in speciaal "voor-verouderd" gietijzer.
De machine toont geen enkele markering die ons tot de fabrikant zou kunnen leiden. Ik ben er van overtuigd, dat dit de kleinste (6 ton) Raskin T-type (T voor "tiltable", kantelbaar) is. De tekening hieronder toont zo'n Raskin (van ietwat groter vermogen, zeg 15 ton) in zijaanzicht; de tweede tekening geeft het vooraanzicht.
Merk op, dat in deze tekeningen de pers traploos gekanteld kan worden tot elke hoek tussen verticaal en 30 graden achterover. Onze pers heeft slechts twee standen (verticaal en 30°). Het veronderstelde voordeel van het kantelen van een excenterpers is, dat dit de vrije uitval van de uitgestampte onderdelen vereenvoudigt, uit de ondermatrijs zo in een ton onder het frame. Wel is de voeding vanaf een spoel bandmateriaal bij een gekantelde pers aanmerkelijk lastiger. Onze pers toont geen aftekening op het tweede stel borsten, dus ik neem aan, dat-ie altijd verticaal is gebruikt (d.w.z., zoals hier getoond).
Excenter mechanisme en stoter
Bovenstaande afbeelding illustreert het excenter mechanisme en de stoter. Stoter a is met de drijfstang f verbonden middels een schroefbout e. De kop van die bout is bolvormig. De afstand tussen de stoter en de opspantafel kan worden ingesteld door e verder naar binnen of buiten te draaien in f. De bout wordt gezekerd met twee klemschroeven in f. De montagepen van het bovenstempel schuift in de boring b onderin de stoter en wordt daarin vastgezet met twee klemmoeren g. De klemschroef h dient om het bovenstempel te borgen tegen verdraaien. De onderdelen c en d vormen de uitstoter. Deze is op onze pers niet voorhanden.
Instellen van de slaglengte
Deze tekening toont, hoe de slaglengte van de pers wordt gevarieerd. In onze pers kan de slag worden ingesteld tussen 10 en 40 mm. Eerst worden de twee bouten A losgedraaid. Ring B kan nu zijdelings worden bewogen (naar links) door de speciaal gevormde sleutel C in gat D te steken en een halve slag te draaien. B heeft een ring van tanden, die ingrijpen in een dergelijke ring E. Door het zijdelings wegschuiven van B komen de tanden los van elkaar, zodat E en B ten opzichte van elkaar verdraaid kunnen worden. Men steekt een pen in het gat F en verdraait ring E net zo lang tot de in E gegraveerde schaalverdeling de gewenste slaglengte aangeeft. Daarna worden B en E middels sleutel C tegen elkaar geschoven, zodat hun tanden weer in elkaar grijpen. Tenslotte trekt men de bouten A stevig aan.
Het moge duidelijk zijn, dat het verstelmechanisme is opgebouwd uit twee excentrieken, met verschillende excentriciteit. Het ene kan worden verdraaid in het andere en dan vastgezet. De totale excentriciteit (m.a.w., de slaglengte) wordt bepaald door de onderlinge stand van de twee excentrieken.