De wagon is afkomstig van een tuinderij in Brielle. Hij werd daar zowel in de buitenlucht als in de kassen gebruikt.
De originele lengte over de bufferplaten is 2,5 meter bij een radstand van 1,6 meter. De spoorwijdte is 70 cm. Fabrikant: Spoorijzer, Delft. Bouwjaar: vóór de Tweede Wereldoorlog. Op zeker moment is de lengte van de laadvloer vergroot tot ruim 3 meter door het oplassen van een paar kokerprofielen. Deze modificatie is zeer primitief uitgevoerd, de kokerprofielen waren vrijwel doorgeroest en zaten bovendien vrijwel geheel los.
Een van de originele lijfbalken, met aspotten.
Gezien het intensief gebruik in (meestal) vochtige omgeving, de stalling in weer en wind en het zeer slordig gelegde smalspoor, was de conditie van de wagen abominabel. De lijfbalken - UNP 14 - waren ter plaatse van de aspotten vrijwel doorgeroest door spatwater en de bovenflens vertoont ernstige putcorrosie door contact met de lang natblijvende houten laadvloer. Drie van de vier geklonken hoekverbindingen van het frame waren door wringing gebroken. Eén van de aspotten was ooit volgelopen met water en daarna vastgelopen. De astap in dit lager was sterk gegroefd en vier van de 11 lagerrollen hadden ingesleten platte kanten.
De twee originele bufferbalken met aan de onderzijde opgeklonken diagonalen (uit hoekijzer) en de twee wielstellen. In de linker-bufferbalk zijn de resten van de (afgebroken) opgeklonken hoekplaten te zien.
Hieronder zien we de binnenzijde van een lijfbalk ter plaatse van een aspot. De bevestigingsbouten van de aspot zijn doorgeslepen. We kijken schuin omhoog tegen de onderflens van de lijfbalk aan. De dikte van de onderflens is behoorlijk afgenomen en hij is licht naar boven gebold. Ook het staande lijf is gedeeltelijk weggeroest.
Hieronder zien we de buitenzijde van een lijfbalk ter plaatse van een aspot. We kijken schuin naar beneden op de onderflens en zien de koppen van de bevestigingsbouten van de aspot. Vlak naast de boutkoppen is de onderflens volledig doorgerot.
Origineel ingeklonken hoekstuk in de verbinding van lijfbalk en bufferbalk, 1x intact, 3x gebroken.
Astap, 3x intact.
Astap, 1x zwaar ingesleten.
Drie zwaar beschadigde lagerrollen uit het vastgelopen aslager. De rollen zijn diep gegroefd en hebben platte kanten. Ze draaien niet meer vrij in de aspot, zodat er uitsluitend glijdend contact is tussen de rollen en de astap.
Voor de restauratie werd besloten:
De overall lengte van de gerestaureerde wagon is 1,2 meter. Het gewicht is ca. 220 kg.
N.B. Aangezien ik de wagon zal gebruiken voor het transport van relatief zware machinedelen en gietwerk is de gereduceerde lengte onvermijdelijk, om de asbelasting van een vol beladen wagen begrensd te houden. De ingekorte radstand is bovendien gunstig, omdat in de uiteindelijke spoor-layout op het terrein diverse draaischijven zullen voorkomen.
Het frame uitgelegd.
Proefmontage van het frame. De aspotten staan nog los onder de framebalken en zijn nog leeg, d.w.z., zonder rollen. De bedoeling van deze proefmontage is controle van de haaksheid en vlakheid van het samengestelde frame. De afwijkingen bedroegen minder dan 1 mm, hetgeen ruim toelaatbaar is. De torsiestijfheid is verbazend hoog. Uit deze opname blijkt duidelijk, waarom de frame-diagonalen weggelaten zijn.
Hiernaast de componenten van het frame in een soort "exploded view" uitgelegd. We zien de ingekorte lijfbalken; de bufferbalken met opgeklonken bufferplaten; de hoekstukken en de aspotten. In deze foto zijn ook de originele diagonalen uit het oude frame te zien. Zoals boven beschreven, zijn deze echter bij de montage niet aangebracht.
Alles is voor zover nodig met de staalborstel gereinigd (behalve de bovenflenzen van de bufferbalken, deze moeten duidelijk nog verder ontroest worden). Bij het borstelen bleek op veel plaatsen de oorspronkelijke teerlaag nog redelijk intact. Deze is netjes uitgesmeerd door het borstelen. De gietijzeren aspotten zijn nauwelijks gecorrodeerd.
Na de definitieve montage en het vasttrekken van de framebouten is het frame tweemaal geteerd. Terwijl het frame staat te drogen, worden de aspotten (nog zonder lagervet) samengesteld.
Montage en uitrichten van de assen. Beide assen moeten niet alleen precies evenwijdig staan, de wielstellen moeten ook nauwkeurig "sporen" (in elkaars verlengde liggen). Anders gaat de wagon "taxen". De aspotten kunnen voor het uitrichten ten opzichte van de framebalken in lengte- en breedterichting ca. 5 mm worden verschoven. Is de zaak uitgericht, dan worden de bouten vastgetrokken. Vervolgens wordt nog gecontroleerd, of alle vier lagers op een zuiver vlak stuk rail gelijk dragen. Zou dit niet het geval zijn, dan moet één aspot met vulstroken verticaal worden uitgericht. Dit bleek niet nodig, gezien de goede vlakheid van het frame. Tot slot worden de bouten definitief vastgetrokken.
De wagon wordt nu met behulp van een hydraulische kraan overeind gezet en de aspotten worden met chassisvet gevuld. Hieronder de gerede wagen (weliswaar nog zonder de houten laadvloer). Op vlak spoor en onbeladen loopt hij na een stevige duw makkelijk 15 meter uit. Bij een helling van 4 cm op 5 meter begint de wagen uit zichzelf te lopen ....
Een soort "exploded view" van een aspot. In de rechterhelft van de foto zie je het lagerdeksel met z'n pakkingring en de aantrekbeugel. Deze beugel wordt door gaten in de lippen van het huis gestoken en aan de binnenzijde met twee M12-moeren, geborgd door veerringen, vastgetrokken. Tussen de pakkingring en het lagerhuis liggen de (oude) viltring van de afdichting aan de binnenzij en de bijbehorende stalen aandrukring. De lagerrollen zijn vrij draaibaar tussen deze aandrukring en het lagerdeksel opgesloten. Ze zijn op deze foto weggelaten. In het lagerdeksel zijn vetkamers uitgespaard. De vet-vulopening met M12-stelbout bevindt zich in de foto aan de rechterzijde (na montage: bovenzijde) van het lagerdeksel.
De viltringen van de asafdichting zijn alle vervangen door nieuwe ringen (40×70×10) van de Rotterdamse Viltmij. De oude ringen waren vrijwel volledig doorgesleten (zie de foto hierboven).
Gedeeltelijk samengestelde aspot. We kijken tegen de naar buiten gerichte zijde aan. Je ziet achterin de pot nog juist een stukje van de binnendiameter van de viltring (wit). De stalen aandrukring ligt tussen de rollen en de viltring en is niet te zien.